Musicalgroep Colours — Carpe Noctem
Eerste akte
- Transylvanië
- Aankomst in de herberg
- De eerste nacht
- Een nieuwe dag
- Professor Ambrosius en Chagal dronken
- De open plek in het bos
- De ontvoering van Sarah
- Chagal wordt gebeten
Tweede akte
- De Vampiers
- Graaf Von Krolock
- Ivana en Herbert
- Mathilde‘s bemoeienis
- Een duivelse nacht
- De nachtmerrie ‡ —instrumentaal, dans Vampirettes
- Op onderzoek in het kasteel
- Het middernachtsbal
- De beslissing
CREDITS
Script and Director: Simône le Roy
Choreography and Dance: Manja Schoemaker
Score and Vocals: Dirk Bouillion
Translation: Charlotte Elskamp
Lyrics: Olaf van Werven
Backing tape: Harold Geers
Assistants backing tape: Olaf van Werven, Wesley van Ruiten
MUSIC (uncredited in program)
* “Oom-Pah-Pah” written by Lionel Bart, from the musical Oliver!
† “Bring on the Men” written by Frank Wildhorn, from the musical Jekyll and Hyde
‡ “Smack My Bitch Up” written by Liam Howlett, performed by The Prodigy, from the album The Fat of the Land
All other music written Jim Steinman
DE CAST
Gerard de Bruin — Graaf von Krolock
Linda Veenhuizen — Sarah
Alfons Hurenkamp — Alfred
Olaf van Werven — Professor Ambrosius
Jan-Kees Harmsen — Chagal, ensemble
Aafke Hesseling — Rebecca, ensemble
Marijke Nuhaan — Magda, ensemble
Johan Vedder — Karkas, ensemble
Annefé Kers — Mathilde, ensemble
Dénise Baay — Ivana, ensemble
Olaf Bevers — Herbert, ensemble
Vampirettes, ensemble — Annelies van Maanen, Charlotte Elskamp, Elles ten Brink, Manja Schoemaker, Marije Pots, Melissa Jansen, Michelle Maas, Sabine van den Brink, Silvia Scholten
Ensemble — Daniëlle Wagenaar, Els Brijder, Lisette Hoksbergen, Marieke Dolman, Martine van der Horst, Robin Streppel, Saskia Meinen, Saskia Schreurs, Suzanne Schriever, Wesley van Ruiten, Wilma Arends
CARPE NOCTEM "THE STORY"
Carpe Noctem, Latin for Seize the Night
This is the meaningful title for this musical about Vampires, in which the tumultuous love-life of Count Von Krolock takes a central role and we witness his eternal search for true love. To win his future bride for himself, he has to bite her three times, the final and decisive bite being at twelve o‘clock at night, at the midnight‘s ball.
Together with his eccentric sister Ivana and her unworldly son Herbert, who prefers to bite men, the Count lives in an old castle in the infamous Transylvania.
The castle is also occupied by Karkas, the loyal and cunning servant of the Count, Mathilde (a ghostly appearance), and many ancestors and related articles.
Von Krolock‘s eternal search for true love finally brings him to Sarah, the beautiful daughter of innkeeper Chagall and his not all to clever wife Rebecca. Together with the maid Magda, who takes on more tasks then strictly necessary, they run The Inn in the village of Bistrita. A place where the villagers share their sorrows and try to forget that they live their lives under the constant threat of Count Von Kroclock and his sensual Vampirettes.
As one day the famous vampire hunter Professor Ambrosius and his assistent Alfred make their entrance in the inn, no-one suspects how this will impact their lives. Will Sarah fall for the reliable yet clumsy Alfred? Or will she finally fall for the charm of the mystical? Is Karkas trustworthy? And who is this Mathilde and what kind of history is she dragging with her?
You can see it for yourself. Be carried away by absurd confrontations, touching moments, humorous plots and a diversity of characters. Put short, let yourself be touched by the (love)life of Count Von Krolock, surely a creature with long teeth, but with a bleeding, almost human heart.
Label |
- |
Cat.No. |
- |
Format |
2DVDR |
Year |
2006 |
Country |
NL |
Notes |
private DVDr |
Lied 1: Elke Nacht
Inwoners Bistrita:
Elke nacht word het dorp doorzocht want er drijgt gevaar al is het nu sereen
Elke nacht een angstige tocht door de straten en de bossen om ons heen
Elke nacht kan iemand verdwijnen, ons leven is vervloekt, we zijn met angst grootgebracht
Elke nacht zijn wij bedacht, we zijn behoedzaam voor het kwaad wat naar ons smacht
Elke nacht gaan we weer op zoek, we kijken uit voor het duistere gevaar
Elke nacht zoekend naar die vloek die ons teistert, dag naar dag, jaar naar jaar
Elke nacht doen wij onze ronde, ons leven is onzeker, dus wij houden de wacht
Elke nacht – het is volbracht, we kunnen rustig slapen gaan vannacht
Lied 2: Knoflook
Chagal, gasten:
’t Is druk in de taverne, het is feest hier iedere nacht
De glazen vol, de mensen dol, en er wordt niet nagedacht
Gast 1:We vergeten met z’n allen
Gast 2:Wat er ied’re nacht gebeurt
Gast 3:Nee, we eten wat
Gast 1:We kruiden dat
Gast 1, 2 & 3:Tot de lucht naar knoflook geurt
Allen:Tot de lucht naar knoflook geurt!
Knoflook! Knoflook! – Leidt ons door ied’re nacht
Knoflook! Knoflook! – Geeft lijf en ziel weer kracht
Vrouwen:Maakt de mannen net wat wilder
Mannen:Maar de vrouwen niet wat milder
Allen:
En geeft ieder mens meer macht
En geeft ieder mens meer macht
Rebecca:
Men danst hier op de tafels, in de hoek daar wordt geschaakt
De wijn is zoet, zo rood als bloed, en het vlees dat smaakt volmaakt
Gasten:
Hier met die volle schalen, met veel knoflook graag, meneer
En het maagzuur werkt, door dat spul versterkt
Elke hap die smaakt naar meer
Elke hap die smaakt naar meer!
Allen:
Knoflook! Knoflook! – Geeft de duisternis meer licht
Knoflook! Knoflook! – Goed voor reuma, griep en jicht
Haalt het slijm uit onze kelen
Laat de wonden sneller helen
Ja, we zijn er voor gezwicht
Ja, we zijn er voor gezwicht
Chagal:De knoflook maakt me hitsig, en Magda weergaloos
Magda:Knoflook maakt van knapen mannen, en van grijsaards Romeo‘s
4 Heren:Het verhoogt onze potentie, we verliezen ons verstand
Rebecca:Mannen, schei toch uit – ik hoor geluid…
Chagal:…maar er is niets aan de hand
Allen:Maar er is niets aan de hand
Knoflook! Knoflook! – Het smaakt misschien wat raar
Knoflook! Knoflook! – Het werkt echt wĀnderbar
En de nacht zal weldra vallen
Dus een teentje voor ons allen
Het behoedt ons voor gevaar
Chagal:Het behoedt ons voor gevaar
Allen:
Knoflook! Knoflook! – Is een historisch goed
Knoflook! Knoflook! – Dat hart en zenuw voedt
Elke sukkel wordt een tijger
Elke lapzwans wordt een krijger
Want de knoflook geeft hem kracht
Want de knoflook geeft hem macht
Want de knoflook geeft mij, knoflook geeft jou
Knoflook geeft ons macht
Knoflook!
Lied 3: Hoempapa
Gast:
Hoempapa, hoempapa
Wees toch niet zo treurig
En niet zo sikkeneurig
En laat je toch niet leiden door wat net is gebeurd
Laten we gaan zingen
Vergeten we de dingen
Die naar zijn in het leven, al wat ons betreurt
Hoempapa, hoempapa, erger je niet
Hoempapa, hoempapa, zing nu dit lied
Vergeet je zorgen, vergeet je verdriet
En zing maar … hoempapa
Laten we gaan dansen
En af en toe wat sjansen
Geloof me in een mum van tijd heb je plezier
Laten we wat drinken
De zorgen wat bezinken
Dus schenk nog maar een glas vol met wijn of met bier
Gast + een paar gasten:
Hoempapa, hoempapa, erger je niet
Hoempapa, hoempapa, zing nu dit lied
Gast:
Ga lekker feesten zorg dat je geniet
Gast + meer gasten:
En zing maar … hoempapa
Gast + alle gasten:
Ga lekker feesten, zorg dat je geniet
En zing maar … hoempapa
Hoempapa, hoempapa, hoempapa, hoempapa
Hoempapa, hoempapa, hoempapa, hoempapa
Gast (+ een paar gasten?):
Wees toch niet zo treurig
En niet zo sikkeneurig
En laat je toch niet leiden door wat net is gebeurd
Laten we gaan zingen
Vergeten we de dingen
Die naar zijn in het leven, al wat ons betreurt
(Overige) gasten:
Hoempapa, hoempapa, erger je niet
Hoempapa, hoempapa, zing nu dit lied
Vergeet je zorgen, vergeet je verdriet
En zing maar … hoempapa
Gast + gasten:
Hoempapa, hoempapa, erger je niet
Hoempapa, hoempapa, zing nu dit lied
Ga lekker feesten, zorg dat je geniet
En zing maar … hoempapa
Hoempapa, hoempapa, erger je niet
Hoempapa, hoempapa, zing nu dit lied
Ga lekker feesten, zorg dat je geniet
En zing maar … hoempapa
Lied 4: Een mooie dochter is een zegen
Chagal:
‘k Weet een mooie dochter is een zegen
Maar een zegen, die krankzinning maakt
Want wat kan een vader doen, daartegen
Als de vrouw straks in zijn kind ontwaakt?
En hij ziet als eerst wat zij dan is
Hij verbergt haar, houdt haar wereld klein
Want hij weet, omdat hij zelf een man is
Dat een man vaak bot en lomp kan zijn
Slaap, maar zacht, mijn liefje!
Droom, mijn hartendiefje!
Niemand mag je wekken
Niemand jou ontdekken
Zal jou kwetsen
Zal mij kwetsen
Zal ons kwetsen
Blijf je toch bij je vader!
De gedachte dat een man of jongen
Haar betast, vult mij met razernij
Dus voordat een man haar heeft besprongen
Hoop ik dat ze altijd blijft bij mij
Dan pas slaap ik, in mijn bed gelegen
Met één oog half open, onbewust
Want een mooie dochter is een zegen
Maar de angst voor haar ontneemt mijn rust
Dus, slaap maar zacht m’n liefje!
Droom m’n hartediefje!
Niemand mag jou roven
Kan ik jou beloven
Zal jou kwetsen
Zal mij kwetsen
’t Zal ons kwetsen
Blijf je toch bij je vader!
Echt, een mooie dochter is een zegen
Maar een zegen met een tere plek
Want zij wil zich graag vrijuit bewegen
En dat maakt d’r vader bijna gek
Lied 5: Nooit gezien
Alfred:
Een meisje dat zo lachen kan, heb ik nooit gezien
Sarah:
Zo’n knappe, lieve jongeman, heb ik echt nog nooit gezien
Alfred, Sarah:
Ik kan niet slapen, want ik leef in een roes, als een droom
Sinds dat ik jou ken heeft het zin wat ik doe
Ook wanneer enkel maar de tijd verstrijkt
Sarah:En ons verrijkt
Alfred:Een meisje dat zo lachen kan
Sarah:Echt zo’n knappe jongen
Alfred:Zo natuurlijk
Sarah:Sierlijk
Alfred, Sarah:Heb ik echt nog nooit gezien
Sinds ik in deze ogen keek
Ril ik van de kou
Ik heb het warm, ik ben van streek
Ik weet best, dat komt door jou
Als ik mijn hart mag geven
Dan slecht alleen
Alfred:Aan een vrouw zoals jij
Sarah:Aan iemand zoals jij
Alfred:En misschien
Sarah:Denk ook jij
Alfred, Sarah:Zoals ik
Magda:
Ik hoor daar iemand op de gang
Het vast Chagal!
Hij komt hier ‘s nachts, al jarenlang
Hij lief, maar soms ook mal
Chagal:Magda, slaap je al mijn schat
Magda:Ga weg!
Chagal:Laat me binnen lief
Een mooie meid als jij, Magda
Had ik niet eerder lief
Alfred, Sarah:Voel mijn verlangen
Chagal, Magda:Ben verward, want ik wil
Als ik droom
Zacht op jou leunen
Dan komt mijn hart tot rust
Terwijl ik naast je sta
De tijd verstrijkt
En ons verrijkt
Rebecca:
De schoft ligt weer eens niet in bed
Niet van ons athans, de zak!
Chagal, Magda:Zo kan dit niet meer lang doorgaan
Chagal, Alfred:Zo’n wonderschone, mooie vrouw
Sarah:Zo’n knappe, lieve jongeman
Chagal:Zo bijzonder
Allen:Een wonder
Wat moet ik toch met hem/haar aan?
Rebecca:
De zak, hij kan het niet laten
Met and’re vrouwen te "praten"
Maar weet een man die vreemde bedden kruipt
Dat zijn vrouw hem ‘s nachts besluipt?
Alfred, Sarah:
Ik kan niet slapen
Vraag me af, Ben je bang dat je droomt?
Sinds ik dat ik jou ken
Allen:Voel ik enkel jou
Alfred, Sarah:
Als ik mijn hart mag geven
Dan slecht alleen
Alfred:Aan een vrouw zoals jij
Sarah:Aan iemand zoals jij
Vampiers:
Wees gereed…
Wees gereed…
Alfred, Sarah:
Als ik mijn hart mag geven
Dan hou ik met zekerheid
Van iemand net als jij
Exact zoals jij
Kom anders niet meer tot rust
Want er was nog nooit
Iemand zoals jij
Zoals jij
Lied 6: God is dood
Von Krolock:
In jouw dromen kwam ik soms al voorbij
Je zocht me op, je verlangde naar mij
Wees kalm, lief!
Al zijn wij nu gescheiden, maak je niet druk
Als je bij mij bent, dan krijgt niets ons meer stuk
Gedreven door dromen
Op zoek naar geluk
Vampiers:
Wees gereed…
Wees gereed…
Von Krolock:
God is dood, geen mens die hem nu nog zoekt
Vampiers:
Wees gereed…
Von Krolock:
Wij zijn met het eeuw’ge leven vervloekt
Het trekt ons…
Vampiers:
Wees gereed…
Von Krolock:
…dicht bij de zon maar het licht dat verblindt
Geloven in leugens, de waarheid die wint
Wat wij niet haten word ook niet bemind
Vampiers:
Wees gereed…
Von Krolock:
Wat ik red valt neer, gewond
Wat ik zegen moet verderven
Slechts mijn gif maakt jou gezond
Om te leven moet je sterven
Zweef met mij naar de afgrond der nacht
En verlies je in mij!
Wij zullen naar het einde van de eeuwigheid gaan
En ik bescherm jou met mijn schaduw
Sarah:Hoor ik daar een stem die mij zacht roept?
Von Krolock:
Wees kalm, lief!
Al zijn we nu gescheiden, maak je niet druk
Als je bij mij bent dan krijgt niets ons meer stuk
Gedreven door dromen
Op zoek naar geluk
Vampiers:
God is dood, geen mens die hem nu nog zoekt
Wij zijn met het eeuwige leven vervloekt
Het trekt ons dicht bij de zon maar het licht dat verblind
Geloven in leugens, de waarheid die wint
Wat wij niet haten word ook niet bemind
Lied 7: Als de zon schijnt
Rebecca:De zon die schijnt, ’t is de start van een nieuwe dag
Magda:De nacht verdwijnt als de zon ons verblijden mag
Sarah:Alles is mooi en vergeet alle zorgen
Laat alles achter, denk niet aan morgen
Allen:
Ervaar de dag telkens weer als een nieuwe start
Tover een lach en verban de nacht uit je hart
Rebecca:Als wij in wonderen niet meer geloven
Allen:Wordt de dag nacht – Nee, wij blijven geloven!
Rebecca:Als de zon schijnt spelen kinderen buiten, hier
Magda:’t Donker verdwijnt en de vogels gaan fluiten, hier
Sarah:Een nieuwe dag, laat de ruzies verdwijnen
De nacht is voorbij, kijk, de zon is gaan schijnen
Allen:
Ervaar de dag telkens weer als een nieuwe start
Tover een lach en verban de nacht uit je hart
Rebecca:Als wij in wonderen niet meer geloven
Allen:Wordt de dag nacht – Nee, wij blijven geloven!
Rebecca:Zie, de zon schijnt, ga de strijdbijl begraven, nu
Magda:Ruzie verdwijnt, laat de vrede handhaven, nu
Sarah:Stop met die ruzie, hou op met dat strijden
Dit heeft geen zin, leg die ruzie terzijde
Allen:
Ervaar de dag telkens weer als een nieuwe start
Tover een lach en verban de nacht uit je hart
Rebecca:Als wij in wonderen niet meer geloven …
Allen:Wordt de dag nacht – Nee, wij blijven geloven!
Lied 8: Waarheid
Prof. Ambrosius:
Niemand kan mij irriteren, voor mij tellen slechts de feiten
Niemand kan mij ooit misleiden, zal me in de feiten bijten
Zoek de waarheid
En duid’lijkheid geeft de waarheid
Mijn verstand is onomkoopbaar, ik ben altijd optimistisch
Want mijn brein is onverslaanbaar, ik blijf altijd realistisch
Zoek de waarheid
Niets dan de waarheid
Mijn drang naar kennis is nooit moe zolang de twijfels knagen
Ik sta echt geen geheimen toe, ik stop nooit met mijn vragen:
Wie en wat en waar en hoe, wanneer?
Wie en wat en waar en hoe, wanneer?
Magda, Chagal, Rebecca, Sarah:
Wat je ook zegt, deze wereld die is vertrouwd
Hoe je ook vecht, ons geheim is al eeuwenoud
Willen geen zorgen, ons hoor je niet klagen
Ga nu maar weg en stop met die vragen
Prof. Ambrosius:
Ontwaakt in mij ooit het idee dat iets mij wordt verzwegen
Dan zoek ik tot ik heel tevree de waarheid heb verkregen
Reeds in de wieg ontleed ik al mijn speelgoed zeer gedegen
Mijn tomeloze wetensdrang die bond ik in met veel literatuur
De paashaas of Sint Nicolaas, die leugens kon ik dogen
Op school had ik al snel door, helaas , dat de docenten logen
Van geen antwoord dat zij gaven raakte ik ooit opgetogen
En door boeken ondergraven ontdekte ik de raadsels der natuur
Ik geloof in het verstand, want dat zal altijd triomferen
En al zal ook elke rang en stand mijn kennis steeds negeren
Maar ik haat elke emotie, niemand kan mij provoceren
Want ik hecht niet aan devotie: voor de waarheid ga ik immer door het vuur
Mijn verstand is onomkoopbaar, ik ben altijd optimistisch
Want mijn brein is onverslaanbaar, ik blijf altijd realistisch
Ik verzamel de bewijzen, die beoordeel ik statistisch
Ja, ik dien op elke wijze
Alfred:
Zijn verstand is onomkoopbaar, hij is altijd optimistisch
Want zijn brein is onverslaanbaar, hij blijft altijd realistisch
Hij verzamelt de bewijzen, die beoordeelt hij statistisch
Ja, hij dient op elke wijze
Prof. Ambrosius:De vooruitgang van de mens en zijn cultuur
Chagal, Rebecca, Magda, Sarah:
Misschien is hij te vertrouwen, helpt hij ons ook echt daadwerk’lijk
Om ons raadsel te ontvouwen want die is wat te onwerk’lijk
Hij verzamelt de bewijzen, al zijn die vaak wat opmerk’lijk
Ja, hij dient op elke wijze de vooruitgang van de mens en zijn cultuur
Voor de mens en zijn cultuur
Voor de mens en zijn cultuur
Voor de mens en zijn cultuur
Voor de mens en zijn cultuur
Voor de mens en zijn cultuur
Voor de mens en zijn cultuur
Voor de mens en zijn cultuur
Voor de mens en zijn cultuur
Voor de mens en zijn cultuur
Voor de mens en zijn cultuur
Voor de mens en zijn cultuur
Voor de mens en zijn cultuur
Prof. Ambrosius:
Ik zoek de waarheid, niets dan de waarheid
Vooruitgang van de mens en zijn cultuur
Ik zoek de waarheid, niets dan de waarheid
Vooruitgang van de mens en zijn cultuur
Ik zoek de waarheid, niets dan de waarheid
Vooruitgang van de mens en zijn cultuur
Allen:
Voor de mens en zijn cultuur
Voor de mens en zijn cultuur
Voor de mens en zijn cultuur
Voor de mens en zijn cultuur
Lied 9: Buiten is Vrijheid
Alfred:
Ik ben echt van slag
Wie had dit nou ooit verwacht
Kan het toeval zijn
Dat ik jou heb ontmoet?
Meteen toen ik je zag
Viel me op dat je zo mooi lacht
Waar dank ik dit aan
Dit bonsent hart, het voelt zo goed
Sarah:
Kom eens hier
Zie daar de maan
Schijnt speciaal voor ons
Zie de sterren staan
Alfred:Ben je echt niet bang?
Sarah:Jij bent toch bij mij?
Alfred:’k Voel een aanwezigheid
Sarah:Dat gaat wel voorbij
Alfred:Maar het gevaar dan?
Sarah:Niets mag dit stoppen
Alfred:Je hebt nu vrijheid
Sarah:Ik stikte daar binnen
Buiten is vrijheid
Daar ver achter de horizon
Zijn wond’ren moog’lijk
Genieten van de maan en zon
Alfred:
En geen wezen die ons ooit scheidt
En geen grenzen die wij niet overschrijden
Blijf bij mij
Samen vrij
Kunnen wij naar de sterren gaan
Buiten is vrijheid
En alle zorgen zijn we kwijt
Buiten is vrijheid
Ver weg van alles dat ons scheidt
Samen:Voor ons begint een nieuwe tijd
Sarah:
Hoe romantisch, in ’t maanlicht te staan
En kon dit moment maar eeuwig duren
Bij jou kan ik de vrijheid verstaan
Dankzij jou vallen langzaam mijn muren
Alfred:De maan schijnt fel
Sarah:En de aarde gloeit op
Alfred:Dit voelt zo goed
Sarah:Hier kan niets tegenop
Alfred:Sarah, ga nooit meer weg
Sarah:Ik ga waar jij ook gaat
Alfred:Ik zie sterren in je ogen staan
Sarah:Stralen door jouw lief gepraat
Alfred:Kijk ik nu de toekomst in
Sarah:Zie ik dat jij bij mij staat
Samen:
Buiten is vrijheid
Geluk zonder vergank’lijkheid
Buiten is vrijheid
Ver weg van alles dat ons scheidt
Voor ons begint een nieuwe tijd
Lied 10: Uitnodiging voor het bal
Von Krolock:
Goedenavond, wees voor mij maar niet bang
Ik ben de engel, waar naar je verlangt
Het wachten zal snel voorbij zijn, want ik nodig je uit
Op ’t Bal van de Eeuw dansen wij door de nacht
Tot je een vrouw bent
Door waar je naar smacht
Zou je liever willen dat alles blijft zoals het is?
Denk je, dat is genoeg voor jou
Want je denkt, hij blijft je trouw
Zou je liever bidden tot je grijs en eenzaam bent?
Want weet, hij laat je in de kou
Gaat bij je weg, hij blijft jou heus niet trouw
Ze waarschuwden voor zonden en gevaar
Namen daarom jou je vrijheid af
Die kan ik jou weer geven, geloof me maar
Zagen jou als meisje
Ik zie jou als vrouw
En wat je tekort kwam
Beleef je nu gauw
Want ik geef je wat je mist:
Samen reizen op de vleugels der nacht
De extase trekt je aan
In de schemer van de maan
Maak je hart maar vrij
Ga met mij naar het Middernachtsbal
Ik geef je wat je mist:
Samen reizen op de vleugels der nacht
De extase van fantasie
Voel de ware euforie
Wees een vrouw bij mij
Ga met mij naar het Middernachtsbal– bal….
Lied 13: Dood zijn is een vreemd iets
Magda:
Glazige ogen, handen als ijs
Hij is zo koud nu
Dat brengt me van de wijs
Dood zijn is een vreemd iets
Net nog zo krachtig
En nu zo stil
Net nog almachtig
En nu geen wil
Dood zijn is een vreemd iets
Dood zijn is een vreemd iets
Hij was dom en soms onhandig
En vaak net iets te losbandig
Maar als dode lijkt hij echt
Zeer verstandig en oprecht
Ik hield van hem, maar
Het mocht niet bestaan
En nu ligt hij, daar
Wat moet ik met hem aan
Dood zijn is een vreemd iets
Dood zijn is een vreemd iets
Dood zijn is een vreemd iets
Dood zijn is een vreemd iets
Altijd onzin uit te kramen
Toen hij leefde, om te schamen
Maar als dode, klinkt wat gek
Heeft hij geen enkel gebrek
‘s Nachts in bed was hij
Vaak agressief
Nu bedenk ik mij
Hij was toch best lief
Dood zijn is een vreemd iets
Dood zijn is een vreemd iets
Dood zijn is een vreemd iets
Lied 14: Wees gereed
Vampiers:
Wees gereed!
Het wachten is voorbij
Wij ruiken bloed, het is tijd voor de jacht
Wees gereed!
Tijd die vliegt voorbij
Zonder een ziel, maar wij plukken de nacht
Wees gereed!
Wij zoeken naar verse lichamen,
Naar zielen in goddeloosheid
Wees gereed!
Het is zover
Er is wat te bijten voor de tand des tijds
Wees gereed!
De tanden zijn geslepen
Nog maar even en de honger wordt gestild
Wees gereed!
De honger wordt gegrepen
’t Is de ziel van de nacht die verstilt
Wees gereed!
Spoedig valt de schaduw,
De heerser van de nacht pakt ons vast bij de hand
Wees gereed!
In korte tijd
Is er wat te bijten voor de tand
Von Krolock:
Wat ik red, valt neer, gewond
Wat ik zegen, moet verderven
Slechts mijn gif maakt jou gezond
Om te leven, moet je sterven
Zweef met mij naar de afgrond der nacht
En verlies je in mij!
Wij zullen naar het einde van de eeuwigheid gaan
En ik bescherm jou met mijn schaduw
Sarah:Hoor ik daar een stem die mij zacht roept?
Von Krolock:
Wees kalm, lief!
Al zijn wij nu gescheiden, maak je niet druk
Als je bij mij bent
Dan krijgt niets ons meer stuk
Gedreven door dromen
Op zoek naar geluk
Vampiers:
God is dood, geen mens die hem nu nog zoekt
Wij zijn met het eeuwige leven vervloekt
Het trekt ons dichtbij de zon, maar het licht dat verblindt
Geloven in leugens, de waarheid die wint
Wat wij niet haten
Wordt ook niet bemind
Lied 15: Carpe Noctem
Vampier 1 (man):
Volg mij maar, vertrouw de nacht!
Die alleen kan je ziel nog sparen
En vervloek de dag zijn macht
En laat alle verlangens varen
Volg mij maar, kom, voel de nacht!
Waar is enkel, wat wij geloven
Vlucht van hem die naar je smacht
Laat je niet van je dromen roven
Vampier 2 (man):
Over graven en ruïnes
Waar de doodsklokken weer schallen
En alle duivels komen omhoog
En alle engelen gaan vallen
2 Vampiers (mannen):
Wij zijn hongerig naar angsten
Wij hunkeren naar bloed
Wij leven enkel voor de hebzucht
En voeren gif aan ons gebroed
3 Vampiers (mannen):
De wereld in het daglicht
Heeft nooit iemand gelukkig gemaakt
6 Vampiers (3 m + 3 vr):
Dus duik in ’t meer van niets
Waar ’t altijd donker is en koel
En als je van de duisternis
Dan dronken bent, dan voel
Voel de nacht!
Voel de nacht!
Groep 1 (vrouwen):
Dies irae, Kyrie! Libera me, Domine!
Dies irae, Kyrie! Requiem da Domine!
Dies irae, Kyrie! Libera me, Domine!
Dies irae, Kyrie! Requiem da Domine!
Dies irae, Kyrie! Libera me, Domine!
Dies irae, Kyrie! Requiem da Domine!
Exultate, Kyrie ! Pie Agne, Domine !
Dies irae, Kyrie! Sanctus, Sanctus exultate!
Dies irae, Kyrie! Libera me, Domine!
Dies irae, Kyrie! Requiem da Domine!
Groep 2 (mannen):
Voel de nacht! Laat dit voor altijd zijn, geniet
Voel de nacht! Kom en sluit je ogen en je ziet
Voel de nacht! Wat voor je bestemd is dat geschied
Voel de nacht! Kom en sluit je ogen en je ziet
Voel de nacht!
Voel de nacht!
Voel de nacht! Wees vrij!
1 Vampier (vrouw):
Over graven en ruïnes
Waar de doden weer gaan staan
2 Vampiers (vrouwen):
En alle angsten worden waar
En alle hoop die zal vergaan
Want wij houden van de chaos
Verandering heet vernielen
Wij willen leven van de hebzucht
En leven eeuwig van de zielen
3 Vampiers (mannen):
De wereld in het daglicht
Heeft nooit iemand gelukkig gemaakt
6 Vampiers (3 m + 3 vr):
Dus duik in ’t meer van niets
Waar ’t altijd donker is en koel
En als je van de duisternis
Dan dronken bent, dan voel
Voel de nacht!
Voel de nacht!
Groep 1 (vrouwen):
Dies irae, Kyrie! Libera me, Domine!
Dies irae, Kyrie! Requiem da Domine!
Dies irae, Kyrie! Libera me, Domine!
Dies irae, Kyrie! Requiem da Domine!
Dies irae, Kyrie! Libera me, Domine!
Dies irae, Kyrie! Requiem da Domine!
Exultate, Kyrie ! Pie Agne, Domine !
Dies irae, Kyrie! Sanctus, Sanctus exultate!
Dies irae, Kyrie! Libera me, Domine!
Dies irae, Kyrie! Requiem da Domine!
Dies irae, Kyrie! Libera me, Domine!
Dies irae, Kyrie! Sanctus, Sanctus exultate!
Groep 2 (vrouwen):
Voel de nacht! Laat dit voor altijd zijn, geniet
Voel de nacht! Kom en sluit je ogen en je ziet
Voel de nacht! Wat voor je bestemd is dat geschied
Voel de nacht! Kom en sluit je ogen en je ziet
Voel de nacht! Laat dit voor altijd zijn, geniet
Voel de nacht! Kom en sluit je ogen en je ziet
Voel de nacht! Wat voor je bestemd is dat geschied
Voel de nacht! Kom en sluit je ogen en je ziet
Groep 3 (mannen):
Carpe noctem! Carpe noctem!
Carpe noctem! Carpe noctem!
Carpe noctem! Carpe noctem!
Carpe noctem!
Alle Vampiers:
Volg ons maar, vertrouw de nacht!
Die alleen kan je ziel nog sparen
En vervloek de dag zijn macht
En laat alle verlangens varen
Volg ons maar, kom, voel de nacht!
Waar is enkel, wat wij geloven
Vlucht van hem die naar je smacht
Laat je niet van je dromen roven
Lied 16: Eeuwigheid
Levende doden:
Eeuwigheid is op den duur erg vervelend
Een treurige kringloop, geen eind of begin
Want steeds, nacht na nacht gaan de graven weer open
Dan kruipen, wij naar boven
Elke nacht, is het weer etenstijd
En het is echt een sleur, steeds opnieuw
Die verdomde eeuwigheid
Achter elkaar van het kerkhof naar binnen
Het lijkt soms net een parade des doods
Al is dit ons lot men hoort ons heus niet klagen
Want wij zijn het voedsel voor de vampiers
’t Is etenstijd
Is straks het bloed uit ons lichaam gezogen
Dan keren wij weer terug naar ons graf
En wij wachten dan tot de zon is verdwenen
Gaat het graf weer open, wil men eten
Elke nacht opnieuw
Opnieuw! Opnieuw!
Opnieuw! Opnieuw!
Lied 17: Breng ons een vrouw of een man
Gravin Von Krolock:
Er was een tijd, weet niet waarom
Maar ik keek niet, naar vrouwen om
Maar dat was toen, wat was ik dom
Ik leer nu!
Ik lust ze rauw, van top tot teen
Al heb ik dan een hart van steen
Van vrouwen hou, ik niet alleen
Ik zweer u!
Ik doe of ik, geen man meer wil
Maar weet dat ik, mijn honger stil
Dus breng mij snel een vrouw
Dan gaat het feest van start
Verover ik hun hart
En dan gaan wij genieten
Maak plezier
Want dat wordt smullen hier
Zie al die smaken van een vrouwen staan
Ze zijn niet te weerstaan
Breng mij een vrouw
Veel mannen zijn, weet ik al lang
Voor sterke vrouwen, vaak wat bang
En dat is waar, ik naar verlang
Die mannen!
Het mooie is, ze zijn voor mij
Wie wil er ook zo’n lekkernij?
Herbert, VampirettesWij!
Gravin Von Krolock:
En zie die mannen, op een rij
Gespannen!
Wat zijn ze mooi, wat zijn ze ‘hot’
Bezorgen mij, intens genot
Gravin Von Krolock, Herbert, Vampirettes:
Dus breng ons snel een man
Dan gaat het feest van start
Veroveren hun hart
En dan gaan wij genieten
Maak plezier
Want dat wordt smullen hier
Zie al die smaken van een mannen staan
Ze zijn niet te weerstaan
Breng ons een man
Gravin Von Krolock:
Hij breekt mijn hart
Zij steelt mijn ziel
Mijn blik verstart
Door wellust die mij overviel
Het is een spel
En ik zet heel zacht mijn tanden in hun vel
De hemel lonkt, maar ook de hel
Begint de nacht wil ik een vrouw als ontbijt
Een lust voor vrouwen dat is waar ik aan leid
Maar ik krijg al weer trek zo vlak na de brunch
Dus zoek ik snel een man voor de lunch
Ik wil ook graag iets lekkers voor bij de thee
Twee ferme dames, het liefst met cup D
Een man met spieren is echt mijn favoriet
Met flink veel vlees waar ik van geniet
Maar ‘s avonds laat dient zich de honger weer aan
Zie ik een snack, ga ik er snel achteraan
De ergste trek heb ik zo rond middernacht
Dan wil ik vlees, maakt niet uit welk geslacht
Gravin Von Krolock, Vampirettes:
Breng ons een vrouw!
Herbert
Of man!
Gravin Von Krolock, Herbert, Vampirettes:
Dan gaat het feest van start
Veroveren hun hart
En dan gaan wij genieten
Maak plezier
Want dat wordt smullen hier
Zie al die vrouwen en die mannen staan
Ze zijn niet te weerstaan
Gravin Von Krolock, Herbert, Vampirettes:
Een vrouw of man
Dunne, dikke, kleine, lange
Dat is waar wij naar verlangen
Ons menu kent vele gangen
Vampirettes
Breng een vrouw of man!
Herbert
Breng mij gauw een man!
Lied 18: Totale Duisternis
Voorouders:
Glanzende ogen, en glanzend haar
Blind van verlangen, en blind voor het gevaar
Rode lippen en wangen, ‘n ziel van kristal
Jong, mooi en vrouw’lijk, verderf’lijk en vooral
Sterf’lijk
Voorouders:Wees gereed!
Sarah:
‘s Nachts zo af en toe voel ik mij eenzaam en treurig
Maar ik weet niet wat mij scheelt
Voorouders:Wees gereed!
Sarah:
‘s Nachts zo af en toe heb ik fantastische dromen
Maar word ik wakker, kwelt mij de angst
Voorouders:Wees gereed!
Sarah:
‘s Nachts zo af en toe lig ik in ’t donker te wachten
Maar waarop ik wacht, dat weet ik dan niet
Voorouders:Wees gereed!
Sarah:
‘s Nachts zo af en toe bespeur ik de onweerstaanbare verleiding
Van een donker gevaar
Voorouders:Wees gereed, Sarah!
Sarah:Hoor ik daar een stem die mij zacht roept?
Voorouders:Wees gereed, Sarah!
Sarah:Hoe kan ik een stem nu horen?
Voorouders:Wees gereed!
Sarah:
‘s Nachts zo af en toe voel ik de macht der betov’ring
Die mij onzichtbaar betast
Voorouders:Wees gereed!
Sarah:
‘s Nachts zo af en toe ben ik zo hulp’loos en hoop ik
Is er iemand die mij leidt en beschermt?
Voorouders:Wees gereed!
Sarah:
‘s Nachts zo af en toe denk ik, ik zou moeten vliegen
Heel ver weg van jou, zolang het nog kan
Voorouders:Wees gereed!
Sarah:
‘s Nachts zo af en toe wil ik verboden vruchten proeven
De gevolgen die neem ik dan voor lief
Voorouders:Wees gereed, Sarah!
Sarah:Hoor ik daar een stem die mij zacht roept?
Voorouders:Wees gereed, Sarah!
Sarah:Bespeur ik een verlangen die mij zoekt?
Von Krolock:
Je verliezen is je bevrijden
Je zult jou in mij herkennen
Niets en niemand kan ons scheiden
Dat wat je droomt zal waarheid zijn
Duik met mij maar die duisternis in
Tussen afgrond en schijn
Verbranden wij de twijfel
En vergeten de tijd
En ik bescherm jou met mijn schaduw
Ik die jou leidt
Jij bent het wonder
Jij die de werk’lijkheid omarmt
Sarah:
Mijn hart is dynamiet
Dat door een vonk wordt verwarmd
Sarah, Von Krolock:
Ben weer tot leven gebracht
De eeuwigheid start morgennacht
De eeuwigheid start morgen–
Von Krolock:–nacht
Sarah:
Ik heb steeds verlangd dat ik mijn hart ooit verlies
Nu verlies ik bijna ’t verstand
Totale duisternis – een zee van gevoel, geen verstand
Ooit heb ik gedacht, breekt liefde de vloek
Nu verbreekt het bijna mijn zijn
Totale duisternis – ik val en geen ziel stopt de pijn
[dialoge]
Voorouders:Wees gereed!
Sarah:
‘s Nachts zo af en toe kan ik niet langer wachten
Ik wil een vrouw zijn nu en vrij
Voorouders:Wees gereed!
Sarah:
Maar als jij me roept ben ik bereid je blind te volgen
Zelfs al is het naar de poort van de hel
Voorouders:Wees gereed!
Sarah:
‘s Nachts zo af en toe wil ik mijn leven geven
Voor een ogenblik, als ik jou maar toebehoor
Voorouders:Wees gereed!
Sarah:
‘s Nachts zo af en toe zal ik zo zijn als jij mij hebben wilt
Zelfs als ik mijzelf dan verwoest
Voorouders:Wees gereed, Sarah!
Sarah:Hoor ik daar een stem die mij zacht roept?
Voorouders:Wees gereed, Sarah!
Sarah:Bespeur ik een verlangen die mij zoekt?
Von Krolock, Sarah:
Je verliezen is je bevrijden
[Je zult jou/Ik zal mij] in [mij/jou] herkennen
Niets en niemand kan ons scheiden
Dat wat [je droomt/ik droom] zal waarheid zijn
Duik met mij maar die duisternis in
Tussen afgrond en schijn
Verbranden wij de twijfel
En vergeten de tijd
En [ik bescherm jou/jij beschermt mij] met [mijn/jouw] schaduw
[Ik die jou leid/Jij die mij leidt]
Von Krolock:
Jij bent het wonder
Jij die de werk’lijkheid omarmt
Sarah:
Mijn hart is dynamiet
Dat door een vonk wordt verwarmd
Sarah, Von Krolock:
Ben weer tot leven gebracht
De eeuwigheid start morgennacht
De eeuwigheid start morgen–
Von Krolock:–nacht
Sarah:
Ik heb steeds verlangd dat ik mijn hart ooit verlies
Nu verlies ik bijna ’t verstand
Sarah, Von Krolock:
Totale duisternis – een zee van gevoel, geen verstand
Sarah:
Ooit heb ik gedacht, breekt liefde de vloek
Von Krolock:Nu verbreekt het bijna jouw zijn
Sarah, Von Krolock:
Totale duisternis – wij vallen, geen ziel stopt de pijn
Totale duisternis – een zee van gevoel, geen verstand
Sarah:
Totale duisternis – ik g’loof, ik verlies mijn verstand
Von Krolock:
Nee, de derde kus
Mag pas op het bal
Mag niet zo zijn dat genot
Voor die tijd het verknalt
Met ieder uur dat ik wacht
Neemt de lust toe in kracht
Dan laat ik jou proeven
Van onsterf’lijke macht
De belangrijkste kus
Geef ik jou morgennacht
Lied 20: Op zoek
Koukol:
Wat doen ze toch hier?
Alfred, Prof. Ambrosius:Wat doen we toch hier?
Koukol:
Wat voeren zij daar in hun schild?
Waar zoeken ze naar?
Alfred, Prof. Ambrosius:Waar zoeken we naar?
Koukol:
Zo heeft de baas dit niet gewild
Waar gaan ze naar toe?
Alfred, Prof. Ambrosius:Waar gaan we naar toe?
Koukol:
Je kansen heb je al verspeeld
Alfred:
Waarde professor, wat is ons doel
En waarom bekruipt mij dit nare gevoel?
Koukol:
Waarheen leiden jullie wegen?
En wat kom je tegen?
Ik hou jullie in mijn zicht, da‘s mijn plicht
Zoeken door de vele gangen
Brandend van verlangen
Hopen dat je hier iets vindt
Maar helaas, je vindt hier, niets mijn vrind
Ik ben wel dichtbij, maar niemand hoort mij
Want wij bewegen parallel
Al voel je je vrij, dat is snel voorbij
De meester die vindt jullie wel
En muiterij, bestraffen wij
De meester stuurt je naar de hel
Prof. Ambrosius:
Er is een mysterie, hier in dit huis
Er heerst hier een spanning, het is hier niet pluis
[dialogue]
Koukol:
Wat doen ze toch hier?
Alfred, Prof. Ambrosius:Wat doen we toch hier?
Koukol:
Wat voeren zij daar in hun schild?
Waar zoeken ze naar?
Alfred, Prof. Ambrosius:Waar zoeken we naar?
Koukol:
Zo heeft de baas dit niet gewild
Waar gaan ze naar toe?
Alfred, Prof. Ambrosius:Waar gaan we naar toe?
Koukol:
Je kansen heb je al verspeeld
Alfred:
Vrees niet mij Sarah, ik kom er aan
Want voor jou zal ik mijn angsten verslaan
Koukol:
Dat kan je nu wel vergeten
Want de baas wil eten
Jullie worden opgewacht, ’t is bijna nacht
Ik hou jullie in de gaten
Zal jullie niet verlaten
Ik volg jullie op de voet
Want de baas, heeft wel zin, in wat bloed
Ik ben wel dichtbij, maar niemand hoort mij
Want wij bewegen parallel
Al voel je je vrij, dat is snel voorbij
De meester die vindt jullie wel
En muiterij, bestraffen wij
De meester stuurt je naar de hel
Prof. Ambrosius:
Kalm maar, mijn vriend, ’t is bijna voorbij
Straks wordt het mysterie ontrafelt door mij
Lied 21: Voor Sarah
Alfred:
Uit de stilte der nacht
Stijgen donk’re visioenen, maar ik blijf, bij Sarah
Elke droom wordt ontkracht
Schimmen lijken net demonen, overal dreigt gevaar
Ik zet door, ga voluit
En wat ik ook maar doen kan wil ik doen, voor Sarah
Ongestoord, recht vooruit
Stap ik in het avontuur want ik hou van jou
Veel verlangens in mij
Ik wil liever naar huis, maar ik hoor hier, bij Sarah
Ik ben hier, sta jou bij
En de angsten zijn illusies, slechts gevoelens zijn waar
Ik ben sterk, ben bedacht
En wat ik ook maar zijn moet zal ik zijn, voor Sarah
En hoe lang ik ook wacht
Ooit en ergens, één moment, zijn wij geborgen
Ik ben moe, uitgeteld
Maar ik win van mijzelf, enkel voor jouw, mijn Sarah
Ik wijk niet voor geweld
Heb vertrouwen in mij, Sarah, want ik blijf dicht bij jou
Ik heb kracht, heb de moed
En wat ik ooit zal hebben heb ik slechts, voor Sarah
Voor jou geef ik mijn bloed
Alles, alles wil ik doen want ik hou van jou – Sarah
Lied 21: Voor Sarah (duet)
Alfred:
Uit de stilte der nacht
Stijgen donk’re visioenen, maar ik blijf, bij Sarah
Elke droom wordt ontkracht
Schimmen lijken net demonen, overal dreigt gevaar
Ik zet door, ga voluit
En wat ik ook maar doen kan wil ik doen, voor Sarah
Ongestoord, recht vooruit
Stap ik in het avontuur want ik hou van jou
Sarah:
Veel verlangens in mij
Ik wil nooit meer naar huis want ik hoor hier, voor eeuwig
Ik ben hier, sta jou bij
En mijn angsten zijn verdwenen, slechts gevoelens zijn waar
Jij hebt mij in jouw macht
Onze liefde zal nooit sterven, want ik ben jouw Sarah
Hier heb ik op gewacht
Ooit en ergens, één moment, zijn wij geborgen
Alfred:
Ik ben moe, uitgeteld
Maar ik win van mijzelf, enkel voor jouw, mijn Sarah
Ik wijk niet voor geweld
Heb vertrouwen in mij, Sarah, want ik blijf dicht bij jou
Alfred, Sarah:
Ik heb kracht, heb de moed
En wat ik ooit zal hebben heb ik slechts–
Alfred:–voor Sarah
Voor jou geef ik mijn bloed
Alles, alles wil ik doen, wij zijn voor altijd – samen
Lied 22: Opening van het bal
Von Krolock:
Welkom broeders, zusters, in deze hal
Wij zijn hier bijeen voor het middernachtsbal
Dan gaan wij, dansen met hen die ik mee heb gebracht
Gebruik je tanden, gebruik ze met kracht
De eeuwigheid die begint deze nacht
Wij, die eeuwig leven, worden gedreven door vers bloed
Hebben wij ooit genoeg daarvan?
Vampiers:Nee, wij hebben echt nooit genoeg daarvan
Von Krolock:
Ieder offer dat ons voedt, vermeerdert ons gebroed
Hebben wij ooit genoeg daarvan?
Vampiers:Nee, wij hebben echt nooit genoeg daarvan
’t Is nooit genoeg
Hebzucht komt nooit tot rust
Want de leegheid die ons vult
Wacht ied’re dag
De angst voor nuchter zijn
Vervolgt ons onbewust
Von Krolock:
Ik kan jullie vertellen, ik voel mij compleet
Honger zal mij niet kwellen, zij is mooi en gereed
Eén met de duisternis te zijn
Zij is ‘n schoonheid met de ogen der nacht
Mijn vervloeking maakt haar blind
Teder als de wind
En voor mij gereed
Betovert zij het middernachtsbal
Zij is van mij alleen
Heb geen zorgen, jullie komt ook iets toe
Want sinds gisteravond zijn
Twee mensen hier in mijn domein
En hun zielen blijven
Hier voor eeuwig tot aan hun dood!
Hun dood!
Vampiers:
God is dood, geen mens die hem nu nog zoekt
Wij zijn met het eeuwige leven vervloekt
Het trekt ons dichtbij de zon, maar het licht dat verblindt
Geloven in leugens
De waarheid die wint
Wat wij niet haten
Wordt ook niet bemind
Lied 23: De Vampierendans
Vampier (vrouw):
Kom, breek een hart voor jouw hart wordt gebroken
En verraad een vriend want hij verraadt jou
Grijp je kans, ’t is bijna te laat
Want als je vecht dan overwin je de haat
2 Vampiers (vrouwen):
Kom, bal je vuist voor je zelf wordt geslagen
En dring voor voordat men jou straks verdringt
Wil je bepalen wat anderen vragen
Loop dan weg voordat de dag jou omringt
Allen:
Keer je rug naar die hellichte zon
En omarm de nacht, die donkere bron
Want ons doel staat nu vast
Wij volgen het juiste pad
Wij zijn dood, maar wij leven
Zijn zo wakker als wat
Zijn in beweging
De wereld is straks van ons
De wereld is straks van ons
Wij grijpen naar de macht – kijk uit!
Wij zijn klaar voor de jacht – kijk uit!
Wij duiken op uit de nacht – kijk uit!
Doe mee nu met de Vampierendans
Doe mee nu met de Vampierendans
Groepen 2 en 3:
Zet de hemel in brand en geef Lucifer rozen
De wereld zal van ons zijn en van de roekelozen
Reik de vampiers de hand, laat de nacht je liefkozen
De wereld zal van ons zijn, en van de radelozen… [repeat twice]
Groepen 1 en 4:
Doe mee nu met de Vampierendans
De wereld raakt uit balans
Doe mee nu met de Vampierendans
De wereld raakt uit balans… [repeat once]
Allen:
Willen zijn wie wij zijn en willen doen wat ons zint
We verstoppen ons niet meer – de dans der wilde harten begint
Groepen 1 en 4:
Doe mee nu met de Vampierendans
De wereld raakt uit balans
Groepen 2 en 3: Doe mee met de Vampierendans
Groepen 1 en 4:
Doe mee nu met de Vampierendans
De wereld raakt uit balans
Allen:
Keer je rug naar die hellichte zon
En omarm de nacht, die donkere bron
Want ons doel staat nu vast
Wij volgen het juiste pad
Wij zijn dood, maar wij leven
Zijn zo wakker als wat
Zijn in beweging
De wereld is straks van ons
De wereld is straks van ons
Wij grijpen naar de macht – kijk uit!
Wij zijn klaar voor de jacht – kijk uit!
Wij duiken op uit de nacht – kijk uit!
Doe mee nu met de Vampierendans
Doe mee nu met de Vampierendans
Groepen 2 en 3:
Zet de hemel in brand en geef Lucifer rozen
De wereld zal van ons zijn en van de roekelozen
Reik de vampiers de hand, laat de nacht je liefkozen
De wereld zal van ons zijn, en van de radelozen… [repeat once]
Groepen 1 en 4:
Doe mee nu met de Vampierendans
De wereld raakt uit balans
Doe mee nu met de Vampierendans
De wereld raakt uit balans… [repeat once]
Allen:
Willen zijn wie wij zijn en willen doen wat ons zint
We verstoppen ons niet meer – de dans der wilde harten begint
Groepen 1 en 4:
Doe mee nu met de Vampierendans
De wereld raakt uit balans
Groepen 2 en 3: Doe mee met de Vampierendans
Groepen 1 en 4:
Doe mee nu met de Vampierendans
De wereld raakt uit balans
Groepen 2 en 3: Doe mee met de Vampierendans
Groepen 1 en 4:
Doe mee nu met de Vampierendans
De wereld raakt uit balans
Groepen 2 en 3:
Wij drinken bloed, wij hebben geen moraal
Chaos op de wereld is ons ideaal
Wij drinken bloed, wij hebben geen moraal
Chaos op de wereld is ons ideaal
Allen:
Wij drinken jouw bloed en we eten je ziel
Niets kan ons nog stoppen, die kans is nihil
Wij drinken jouw bloed en we eten je ziel
Niets kan ons nog stoppen, die kans is nihil
Doe mee nu met de Vampierendans
Reproduced with kind permission.