Musical van Vlaanderen presenteert Jim Steinman’s en Michael Kunze’s
Dans der Vampieren
Please note
There were no official lyrics released for Dans der Vampieren. This transcription is the best I could do. Any help is appreciated.
Dance of the Vampires
Music & Additional Material: Jim Steinman
Book & Lyrics: Michael Kunze
Dutch Translation: Allard Blom
Musical Supervision, Vocal & Dance Arrangements: Michael Reed
Orchestrations: Steve Margoshes
Played by the Orchestra of of Musical van Vlaanderen (MVV) conducted by Geert Baetens
Director: Cornelius Baltus
Scenery & Costume: Laszlo Erkel Kentaur
Artistical Director Musical van Vlaanderen: Geert Allaert
CD recorded live at Stadsschouwburg Antwerp, Belgium, September 2010
Executive Producer: Jim Steinman
Producer: Steven Rinkoff
Producer for Musical van Vlaanderen: Patrick Hamilton
Recorded by Live is Life
Mix Engineer: Guido Maas
Graaf von Krolock:Hans Peter Janssens
Alfred:Niels Jacobs
Sarah:Anne Van Opstal
Chagal:Frank Hoelen
Magda:Goele De Raedt
Professor Abronsius:Sébastien De Smet
Rebecca:Lulu Aertgeerts
Herbert von Krolock:Michaël Zanders
Koukol:James Cooke
Ensemble:Gerben Grimmius, Joris De Beul, Leendert De Vis, Eddy Klein, Pieter Van Nieuwenhuyze, Sven Tummeleer, Stephan Van der Kinderen, Anouk Roolker, Sanne Mieloo, Sara Garcia Santacreu, Elke Buyle, Charline Catrysse, Deborah de Groot
Dansers:Fekete Zoltan, Nagy Tibor, Bram De Beul, Adam Solya, Jeffery Stuut, Steven Savelkoels, Gwen Hamerlijnck, Kim Arts, Daphne van Veltom, Milou van Onna, Kirby Detaille, Anna Lopusny
Muzikanten:Russaline Arnaoudva, Sarka Trompé, Geert Baetens, Kasper Baele, Laure Campion, Frank Rutgers, Thomas Van Hauwaert, Karel Van Milleghem, Guy Huyge, Greet Steenman, Ulrich Van Impe, Tom Vercruysse, Bart Delausnay, Hans Verhulst, Joris Thys, Jeroen Van Ginniken, Joyce Kuypers, Peter Ploegaerts, Anthony Devriendt, Kevin Absilis, Stoffel De Laet, An Baeten, Katlijn Sergeant, Tom Van De Graaf, Wendy Hendrickx, Thomas De Schepper
Knoflook
Gasten in de herberg:
Knoflook, knoflook!
Knoflook, knoflook!
De wodka die is helder
En het bier is donkerbruin
De nek compleet, de wijven heet
En de mokken meer schuim
Maar ik wacht juist op eten
Ook al ben ik ladderzat
Vreet me zo een kramp
Aan knoflookstamp
Tot ik stink uit ieder gat
Tot ik stink uit ieder gat
Knoflook!
Knoflook, knoflook
Het stinkt dat is bekend
Knoflook, knoflook
We zijn er aan gewend
Maar we zijn niet stuk te krijgen
Al dat hangt laat het stijgen
Maakt op elk gewenst moment alle mannen hier potent
Magda:
De jeugd is zo ontstuimig
En de oudjes zijn te broos
Chagal:
Het maakt van jou een Cassanova
Ook al leek je hopeloos
Rebecca:
Niets op aarde is gezonder
Daarom zweren we erbij
Dat het knoflookwonder werkt
Het knoflookwonder werkt
Het knoflookwonder werkt
Het knoflookwonder werkt
Knoflook, knoflook
Wat hang dat hangt pas zeer
Knoflook, knoflook
Dat wat ook rust verteert
Het doet hormonen gieren
Het smeert de stramme spieren
Hiervoor is het tarief
De muffe stem voor lief
Het is zeer bekwaam
’t Is eerlijk waar het ideaal
En superagressief
Knoflook! …
Een mooie dochter is een zegen
Chagal:
Zo een mooie dochter is een zegen
Maar een zegen die me knetter maakt
Want wat kan een vader doen daartegen
Als er plots een vrouw in haar ontwaakt
En hij weet wat elke vent van plan is
Hij kent die kerels en hun jachtterrein
En hij weet, omdat hij zelf een man is
Elke man is ergens ook een zwijn
Slaap m’n lieve schatje
Droom mijn knuffelkatje
Niemand zal je wekken
Niemand je ontdekken
Dat zou fout zijn
Idioot zijn
Zou mijn dood zijn
Blijf bij papa
Bij het idee dat ooit een vent haar aanraakt
Krijg ik vlekken voor me, rood van kleur
En dat beeld dat mij niet meer laat gaan maakt
Dat ik planken timmer voor haar deur
Dus ik slaap pas weer een nacht gedegen
Als ik weet dat nooit een man je kust
Ja, een mooie dochter is een zegen
Maar die zegen kust me mooi mijn rust
Slaap mijn lieve kindje
Droom want niemand vindt je
Ik zal blijven waken
Niemand zal je schaken
Dat zou fout zijn
Idioot zijn
’t Zou mijn dood zijn
Blijf bij papa
Echt, een mooie dochter is een zegen
Een zegen, ehmm, ja…
Een meisje dat zo stralend lacht
Alfred:
Een meisje dat zo stralend lacht
Heb ik nooit gezien
Sarah:
Een jongen met die kracht, maar zacht
Heb ik hier nog nooit gezien
Alfred & Sarah:
Zei in m’n zwijgen, lief, ik kom naar je toe
In een droom
Want wij ontstijgen het waarom en het hoe
Hou wat ik denk en doe niet meer in toom
Sarah :In mijn droom
Alfred:Een meisje dat zo stralend lacht
Sarah :Een zachte sterke jongen
Alfred:Zo innemend
Sarah :Sierlijk
Alfred & Sarah:Die heb ik nog nooit gezien
Als ik verliefd wordt, word ik zeker verliefd
Op de lach
Die heel mijn leven al mijn dromen doorklieft
Of ik leef nooit meer vrij
Het was al die tijd iemand zoals jij
Zoals jij …
Wees voorbereid
Graaf von Krolock:
Jarenlang was ik alleen een gevoel
Nu krijgt dat eeuwig verlangen een doel
Nog even—
Jouw leven krijgt, wanneer de zon nooit meer schijnt
Als ik je naam roep, een begin en een eind
Wij delen een liefde die nooit meer verdwijnt
Vampieren:
Middernacht…
Middernacht…
Krolock:
God is dood of houdt zich ver hier vandaan
Heeft ons vervloekt tot een eeuwig bestaan
Waarin er alleen maar duister, enkel schaduw bestaat
Wij leven in leugens, vertrouwen verraad
Leven voor liefde maar zwelgen in haat
Wat ik red vergaat terstond
Wat ik zegen moet bederven
Maak je levenslang gezond
Laat je leven door te sterven
Voel hoe veilig het duister kan zijn
Tussen afgrond en schijn
Verbranden we de twijfel en begraven de tijd
Begraaf je in mijn zoete schaduw
Sarah:Ik hoor iemand roepen, hoor zijn stem
Krolock:
Nog even—
Jouw leven krijgt, wanneer de zon nooit meer schijnt
Als ik je naam roep, een begin en een eind
Wij delen een liefde die nooit meer verdwijnt …
Alles
Alles
Rebecca:Alles gaat fel als het zonlicht de sneeuw beschijnt
Magda:Alles gaat snel als in ’t zonlicht de kou verdrijft
Chagal:Zo glijdt mijn zaag als een mes door de boter
Rebecca:Lijken de ganzen groter en groter
Magda, Rebecca & Chagal:
Alles gaat goed en de zon maakt dat zonneklaar
Wat je ook doet, buiten lijkt het wat minder zwaar
Magda:Alles lijkt eventjes minder vervelend
Magda, Rebecca & Chagal:Alles lijkt even helder, oogstrelend
Chagal:
Meneer Koukol, tot uw dienst. Wat kan ik voor u betekenen op deze heerlijk morgen?
Koukol:
K-k-k-kaarsen
Chagal:
Kaarsen? Oeh, dat zal moeilijk worden, vrees ik. We hebben amper zelf kaarsen! Lange winter, ziet u.
Rustig, maakt u niet zo druk. Heb ik gezegd dat ik helemaal geen kaarsen heb? Ik heb er vast nog wel een paar. Wacht u hier even. …
Chagal:
Kijk eens aan. Twee dozijn, niet druipend. Doet u de groeten aan zijne excellentie, misschien kan u hem herinneren aan de openstaande rekening?
Waarheid
Professor Abronsius:
Die vent die daar loopt, vreemd gebouwd
Hoe mag dat wezen heten?
Chagal:Da’s niemand!
Professor Abronsius:
Je bent doodsbenauwd
Waarom? Dat wil ik weten!
Logisch, logisch
De waarheid is vaak logisch
U bent blijkbaar bang voor hem, waarom?
Wat maak iedereen hier doof en stom?
En wie van u was er kwaad van zin
En sloeg mij vannacht haast de schedel in?
Niemand weet me af te verleiden
Met wat vage flauwiteiten
Feit en fictie hou ik gescheiden
En ga verder met de feiten
Zoek de waarheid
De waarheid vind je met klaarheid
Mijn verstand zal ik verkiezen
Tot een antwoord me gaat dagen
Maar ik zal het niet verliezen
Als ik enkel zit met vragen
Want de waarheid
Vind je met klaarheid
Als ik een keertje kennis mis
Kan ik dat niet verdragen
Tot iets volslagen helder is
Hou ik nooit op met vragen:
Wie en wat en waar en hoe, waarom?
Wie en wat en waar en hoe, waarom!?
Magda, Rebecca & Chagal:
Duisternis zwijgt als je drinken en eten kan
Veel word bereikt als je alles vergeten kan
Dingen verstoren moet niemand hier wagen
Toch stelt er eentje continue vragen
Abronsius:
Als diep mij een vraag ontwaakt
Kan ik niet langer zwijgen
Dan moet er simpel haast gemaakt
Een antwoord te verkijgen
Begon reeds in mijn al wiegje al
Mijn speen te onderzoeken
Ik was kind een vreemd geval
Want alles om me heen dat moest verklaard
Zag paashaas en Sint Nicolaas maar liet mij niet bedriegen
Was op school altijd mijn eigen baas omdat de meesters liegen
Want geen antwoord dat zij gaven stelde mij een keer tevreden
Pas in boeken ingegraven was mijn jeugd alsnog de moeite waard
Geloof dus dat de ratio altijd zullen triomferen
Want in deze wereld werkt het zo dat mensen dan iets leren
Geen emotie en geen voeling, ik laat mij niet provoceren
En tot slot is mijn bedoeling dat waarde van de waarheid er verwaard
Mijn verstand zal ik verkiezen
Tot het antwoord mij gaat dagen
Maar ik zal het niet verliezen als ik enkel zit met vragen
Zo verzamel ik bewijzen
Weet ik wat er aan mijn kant hoort
Ja, ik dien met zijn reizen de vooruitgang van de menselijke aard
Alfred, Magda, Rebecca & Chagal:
Zijn verstand zal hij verkiezen
Tot het antwoord hem gaat dagen
Dus hij zal het niet verliezen als hij enkel zit met vragen
Zo verzamelt hij bewijzen
Weet hij wat er aan zijn kant hoort
En zo dient hij met zijn reizen de vooruitgang van de menselijke aard
Van de menselijke aard…
Van de menselijke aard…
Van de menselijke aard…
Van de menselijke aard… (etc.)
Abronsius:
Ik zoek de waarheid
Ik zoek klaarheid
En zo leer ik van de menselijke aard (etc.)
Want waar knappe koppen zijn goeie ideeën
En waar een pak sneeuw ligt daar kan je ook sleeën
En waar er rumoer klinkt kan iemand niet slapen
En klinkt er schot, is er ergens een wapen
Die kreupele had zichtbaar iets van doen met onze zaken
Waarom ben je hem niet gevolgd?
Hij had hier iets mee te maken!
Logisch, logisch
Echt, wat ik zeg is logisch
Wie en wat en waar en hoe, waarom?
Alfred, Magda, Rebecca & Chagal:
Van de menselijke aard…
Van de menselijke aard…
Van de menselijke aard…
Van de menselijke aard… (etc.)
Abronsius: (tegelijk)
Mijn verstand zal ik verkiezen
Tot het antwoord mij gaat dagen
Maar ik zal het niet verliezen als ik enkel zit met vragen
Zo verzamel ik bewijzen
Weet ik wat er aan mijn kant hoort
Ja, ik dien met zijn reizen de vooruitgang van de menselijke aard
Ik zoek de waarheid
Ik zoek naar klaarheid
En zo leer ik van de menselijke aard
Ik zoek de waarheid
Ik zoek naar klaarheid
En zo leer ik van de menselijke aard
Allen:
Die moet verklaard …
Buiten heerst vrijheid
Buiten heerst vrijheid
Alfred:
Vind in jou zowaar wat ik heel mijn leven zocht
Kan het toeval zijn dat ik je tegen kwam?
Sarah, ben je daar?
Kijk toch even uit het venster
Ik sta in het maanlicht en droom van ons samen zijn
Sarah:
Niet zo hard, praat liever zacht!
Wek niet iedereen
In een stille nacht
Alfred:Is het werk’lijk waar?
Sarah :Het is aardig laat
Alfred:Wij hier bij elkaar
Sarah :’k Hield het niet meer uit
Alfred:Ik ben gelukkig
Sarah :Dit blijft geheim hoor!
Alfred:Ik wou je spreken
Sarah :Daarbinnen stik ik
Buiten heerst vrijheid
Daar waar de horizon begint
Is er een land
Waar je al je grootste dromen vind
Alfred:
Weg de muren tussen ons in
Weg de grenzen die ons continue scheiden
Kies voor mij
Ik en jij kunnen samen de wereld aan
Buiten heerst vrijheid
Daar loopt niets volgens wet of plan
Buiten heerst vrijheid
Is niets wat ons nog scheiden kan
Alfred & Sarah:En daar leef ik in jouw ban
Sarah:
Zo romantisch in het licht van de maan
Maar ik moet gaan over duistere paden
‘k Heb een afspraak niet ver hier vandaan
Zweer me plechtig me niet te verraden
Alfred:Waar ga je heen?
Sarah :Dat hou ik liever stil
Alfred:Niet door het woud
Sarah :Blijf maar als je niet wil
Alfred:Het is daar donker en koud
Sarah :Maar dat maakt me niet uit
Alfred:Je vergist je, denk toch nog eens na
Sarah :Ik ben al een grote meid
Alfred:Wolven en nog meer gespuis
Sarah :Verveel me kapot hier in huis
Alfred & Sarah:
Buiten heerst vrijheid
Daar waar de horizon begint
Is er een land
Waar je al je grootste dromen vind
Kies voor mij, ik en jij…
Sarah :Ah, ik vergeet mijn spons
Alfred:Je, je spons?
Sarah :Ga jij hem niet even halen
Alfred:Maar wat moet je nu met je spons?
Sarah :Haal hem nu maar even
De rode laarzen
Sarah:
Moet ik dit wel doen?
In het rood en ook mijn maat
Of de gulle gever van mijn wensen wist
Waarom in ’t geheim?
Waarom zou ik ze niet dragen?
Ik ben oud genoeg en heb al veel te veel gemist
Morgen is mijn rust gesust, zoals pa gebied
Morgen wil ik rust, maar vandaag nog niet
Nu doe ik wat ik wil
Nu wil ik wat ik voel
En ik voel een honger naar hem
En een dorst naar het leven
Ik wil muziek
Ik wil dansen en zweven
Grenzeloos vrij als de zon die door de wolken breekt
Zorgeloos lichtz als het maanlicht dat de nacht verbleekt
Graaf von Krolock:
Doe wat je geweten niet wil
Sluit je ogen, geef je helemaal over
Sarah:
Al zijn woorden klinken haast als duivels werk
Ik wil wel gaan maar wat ik merk
Is dat zijn macht echt veel te sterk is …
Sarah & Krolock:
Wat mij bevrijdt grijpt me vast en laat me nooit alleen
En wat me leid is iets wat in het duister nacht verblind
Zij volgt en gaat
Weet niet waarheen …
Sterker dan onszelf
Magda:
Als muziek de geest verward
Het verlangen dansen gaat
Weet je dat het kloppend hart
Zich nog amper redden laat
Magda & Rebecca:
God bewaar ons voor het zwart
Voor de hand die ons ontvoert
De verwarring in ons hart
Voor wat buiten naar ons roept
God bevrijd ons van de drang
Om steeds zondiger te zijn
Want die hang naar ondergang
Brengt ons verwarring, haat en pijn
God wij weten niet wanneer
Iets ons koud en duivels maakt
Dus bescherm ons, goede heer
Dat het beest in ons ontwaakt
Sarah:
Wat mij bevrijdt moet veel sterker zijn dan ik alleen
Magda, Rebecca & Koor:
God bescherm ons tegen haat
Maak dat dat het hart verstomt
Als de duivel ons verslaat
En het kwaad ons overkomt
Sarah:
En wat me leid moet me leiden door het duister heen
God bescherm ons deze nacht
Ook al zijn we nietig klein
Geef ons inzicht en de kracht
Sterker dan onszelf te zijn
Sarah & Krolock:
Wat ons bevrijdt moet veel sterker zijn dan wij het zijn …
God bescherm ons deze nacht
Ook al zijn we nietig klein
Geef ons inzicht en de kracht
Sterker dan onszelf te zijn …
Dood zijn is ironisch
Magda:
Glazige ogen
Kil is zijn lijf
Ooit was hij vurig
Nu is hij koud en stijf
Dood zijn is ironisch
Gisteren prachtig
Wat een verschil
Gisteren krachtig
Nu ijzig stil
Dood zijn is ironisch
Dood zijn is ironisch
Al zijn grofheid en plagen
Toen hij leefde in zijn dagen
Overleden lijkt het pas
Of die zak hooi mens’lijk was
Iedere bal word ooit teruggekaatst
Ik liet hem lachen
Nu lach ik het laatst
Noem het maar demonisch
Dood zijn is ironisch …
Dood zijn is ironisch
Dood zijn is ironisch
Zijn gezwets en losse handen
Waren altijd al een schande
Maar de wereld voelt zo koud
Als hij zich zo rustig houdt
Is dit nu nodig?
Is dit terecht
Ik blijf maar denken
Hij was niet zo slecht …
Finale eerste akte
Graaf von Krolock:
Zink met mij in een zee van tijd
Leer van mij wat er is te leven
Voel de kracht van eeuwigheid
Boven iedere droom verheven
Zoek met mij de zwarte graal
Zoek de liefde van alle tijden
Weg met remming en moraal
Leef voorgoed aan de zwarte zijde
Dat leven kan ik geven
Dan zal het leven liefde zijn
In mijn domein …
Totale duisternis
Vampieren:Middernacht
Sarah:Eenzaam in de nacht voel ik een loodzware treurnis die me langzaam aan besluipt
Vampieren:Middernacht
Sarah:Eenzaam in de nacht droom ik een wereld volmaakt, maar als ik wakker wordt bekruipt me de angst
Vampieren:Middernacht
Sarah:Eenzaam in de nacht hoor ik een stem in het duister, die wanneer ik kijk meteen ook weer zwijgt
Vampieren:Middernacht
Sarah:Eenzaam in de nacht voel ik dat bijna onstuitbare verlangen naar wat achter me dreigt
Vampieren:Middernacht nadert
Sarah:Ergens in de verte klinkt een stem
Vampieren:Middernacht nadert
Sarah:Iets verlangt naar mij en ik naar hem
Graaf van Krolock:
Je verliezen maakt je vrij
Neem mijn hand, laat mij je leiden
Dus deel je grootste droom met mij
Niets of niemand kan ons scheiden
Voel hoe veilig het duister kan zijn
Tussen afgrond en schijn
Verbranden we de twijfel en begraven de tijd
En voel dan hoe mijn schaduw je van pijn heeft bevrijd
Jij bent het wonder dat met mijn werkelijkheid versmelt
Sarah:
Mijn hart en ziel zijn vrij, zijn niet langer beknelt
Krolock & Sarah:
Dit leven geeft [je/me] de kracht
De eeuwigheid begint vannacht
De eeuwigheid begint vannacht
Sarah:
Ik verloor in al mijn mooiste dromen mijn hart
Nu verlies ik ook mijn verstand
Een duisternis zo zwart
Een zee van gevoel zonder land
Vroeg me altijd af, is liefde voor mij?
Tot ik deel werd van jouw heelal
Een duisternis zo zwart
Ik leef in een eeuwige val
Vampieren & Krolock:Middernacht
Sarah:Eenzaam in de nacht denk ik dat ik juist van je vluchten moet, ver weg van jouw bevel
Vampieren & Krolock:Middernacht
Sarah:Maar hoor ik dan je stem, ben ik bereid je blind te volgen, tot de vlammen van de hel en terug
Vampieren & Krolock:Middernacht
Sarah:Eenzaam in de nacht geef ik mijn leven voor dat ene ogenblik waarin ik opga in jou
Vampieren & Krolock:Middernacht
Sarah:Eenzaam in de nacht ben ik precies dat wat ik worden wil, ben eindelijk helemaal vrouw
Vampieren & Krolock:Middernacht nadert
Sarah:Ergens in de verte klinkt een stem
Vampieren & Krolock:Middernacht nadert
Sarah:Iets verlangt naar mij en ik naar hem
Krolock & Sarah:
Je verliezen maakt je vrij
Neem mijn hand, laat mij je leiden
Dus deel je grootste droom met mij
Niets of niemand kan ons scheiden
Voel hoe veilig het duister kan zijn
Tussen afgrond en schijn
Verbranden we de twijfel en begraven de tijd
En voel dan hoe mijn schaduw je van pijn heeft bevrijd
Krolock:
Jij bent het wonder dat met mijn werkelijkheid versmelt
Sarah:
Mijn hart en ziel zijn vrij, zijn niet langer beknelt
Krolock & Sarah:
Dit leven geeft [je/me] de kracht
De eeuwigheid begint vannacht
De eeuwigheid begint vannacht
Sarah:
Ik verloor in al mijn mooiste dromen mijn hart
Nu verlies ik ook mijn verstand
Krolock & Sarah:
Een duisternis zo zwart
Een zee van gevoel zonder land
Sarah:
Vroeg me altijd af, is liefde voor mij?
Krolock:
Tot je deel werd van mijn heelal
Krolock & Sarah:
Een duisternis zo zwart
We leven een eeuwige val
Sarah:
Een duisternis zo zwart
Een zee van gevoel zonder land
Een duisternis zo zwart
Mijn hart overstemt mijn verstand …
Voor Sarah
Alfred:
In het holst van de nacht klinken duistere tonen
Maar ik blijf—bij Sarah
Voel de duistere kracht van ontelbaar veel demonen
Overal dreigt gevaar
Ik zet door, ik moet door, wat ik doe of nog doen moet
Zal ik doen—voor Sarah
Ik volg enkel jouw spoor door je allerengste dromen
‘k Wil bij jou zijn
Ik wil het liefst hier vandaan, ik wil het liefste naar huis
Maar ik hoor hier—bij Sarah
Ik bij haar, zij bij mij, dan durf ik mijn angst te tonen
Wat wij voelen is waar
Ik ben groot, ik ben sterk, wie ik ben of zal worden
Zal ik zijn—voor Sarah
Nu ik langzaamaan merk, hoe dan ook en waar dan ook
Komen wij samen
Ik ben kalm, ik ben koel, ik ga verder dan anders
Maar alleen—voor Sarah
Ik vertrouw mijn gevoel dus vertrouw ook op mij Sarah
Ik laat je niet gaan
Ik heb kracht, ik heb moed, elke stap die ik zet
Zet ik alleen—voor Sarah
Voor jou geef ik mijn bloed, alles, alles wil ik doen
Jij bent mijn ware
Sarah …
Als liefde je hart heeft
Abronsius:
Je begint met Aristoteles, Empedocles, Aeneas, Parmenides
Nicomachus, Diogenes, Antiogus, Maimonides …
Alfred:
Raadgever voor verliefden: hoe men het hart van een ander wint
Als liefde je hart heeft dan leef je op muziek
Eén blik je verward heeft met pure romantiek
De persoon die je zoekt is net zo vervloek
Al is alles stil
Je hart verraad dat liefde je hart heeft en nooit meer zwijgen wil
Een stem:
Aaah aah aah
Alfred:
Sarah?
Een stem:
Aaah aah aah
Alfred:
Sarah?
O, pardon!
Herbert von Krolock:
Blijf! Ik wil wel eens met je praten!
Mijn vader is dol op je!
Ik vind dat wij maar eens vrienden moeten worden!
Alfred:Maar ik moet…
Herbert:
Wees netjes en aardig, dan ben ik dat ook
Waarom zie je bleek, ben je ziek?
Alfred:
Nee het gaat, geen paniek
Herbert:
Ben je gek, je hebt koorts, goede vriend
Straks is het boosaardig
Nee, jij moet naar bed
Of ril jij van angst, mon cheri?
Alfred:
Nee het gaat wel, merci
Herbert:
Het is waar, je bent angstig mijn vriend
Alfred:
Ik heb gehoord dat er een bal is vannacht
Herbert:
O, lekker, en veel meer dan ik dacht
Alfred:
Een bal
Herbert:
En bruine ogen
Alfred:
Mijn ogen?
Herbert:
En wimpers zo zacht, als een veer van het puurste goud
Ja, kom naar het bal, je moet er zijn
Mooie muziek en goede wijn
Dat word gigantisch romantisch
Met jou in mijn armen verdrink ik in schone schijn…
Maar, kijk eens, wat lees je?
Alfred:
Een boek
Herbert:
Ohhh! Poëzie!
De waarheid, ik vrees
Jij bent ook verliefd, cheri
Als het jou niet ontrieft
Ook ik ben verliefd
En raad eens op wie?
Inderdaad, op jou
Als liefde mijn hart heeft
Deel dan die… magie …
Eeuwigheid
Vampieren:
Eeuwigheid is op den duur zeer vervelend
We leven in cirkels: geen start en geen eind
Nooit zien we iets nieuws
Wat ons rest is herhaling
Geen vreugde, geen verrassing
Enkel vage, trage eeuwigheid
Steeds weer door
Op dit spoor
Hoedt ons voor deze verdomde eeuwigheid
Onder een steen in een afgrond van afschuw
Weg uit het duister, in ’t licht van de maan
Maar straks stelen wij alle dromen der mensen
Straks zijn we de heersers van de aarde
Zie daar de nacht …
Weg met de rots voor het hol vol van duister
Weg uit de graven, en op naar de stad
We vroegen een huis voor wat leeft schaduw
Schenken u een uitweg door te bijten
We rijten u uiteen
Uiteen
Uiteen
Uiteen …
Ontembare begeerte
Graaf von Krolock:
Eind’lijk nacht, geen ster te zien
De maan verstopt zich, bang voor mijn gezicht
Geen sprankje hoop of licht
Niet één minieme straal
En de stilte diep in mij
Wordt overschaduwd door mijn kwaal
Het koren wuifde op die zomerdag
Zestienhonderd-zestien toen ik naast haar lag
Het gras fluistert zachtjes haar naam
Zacht beroert haar hand mijn huid, zo teer en zo warm
Zij weet nog niet dat ik verloren ben
Ik hoop dat alles anders wordt nu ik haar ken
Voor de eerste keer stortte mijn wereld in
Ze vond bij mij de dood
Als ik me dankbaar aan het leven klamp blijkt dat van korte duur
Ik wil ooit branden en tot as verworden, maar voelde nooit het vuur
Ik wil steeds weer hoger zweven
Maar zak alleen maar dieper in ’t slijk
Ik wil een engel of juist een duivel zijn
Maar zal voor eeuwig toch dat monster zijn dat grijpt naar alles buiten bereik
Als ik ooit een ogenblik gelukkig ben
Dan weet ik waarvoor ik lijd
Maar alle hoop is tevergeefs
Want mijn honger blijft altijd
De oudste dochter van de dominee
Achttienhonderd-twee, toen liep ze met me mee
Schreef met mijn vingers op haar blanke huid
In bloed een mooi gedicht
Of de jonge page van Napoleon
Achttienhonderd-dertien zocht hij hier pension
Dat zijn verdriet mijn hart niet breken kon
Of barsten op zijn minst
Merk dat ik als ik naar mijn leven kijk het amper nog herken
Ik wil begrijpen en wil alles weten, maar weet niet wie ik ben
Ik wil steeds weer vrijer leven
Maar wordt steeds door ketens benauwd
Ik wil een heilige of misschien een zondaar zijn
Maar zal voor eeuwig zo dat monster zijn dat krabt en vecht en dat verliezen moet van wie hij ook houdt
Ieder denkt dat alles ooit eens beter wordt
Dat dat is waar hij voor lijdt
Maar voor mij wordt nooit iets beter
Want mijn honger blijft altijd
Dus geloof maar in de mensheid
En geloof in geld of naam
Dus geloof maar in kunst, of wetenschap
In liefde of misschien in faam
Dus wordt maar tot goden
Tot wet en tot waan
Tot waarheid of wonder
Tot hel of tot hemel
Tot bijbel of zonde
Of tot wat dan ook bekeerd
Maar de ware macht die ons regeert
Is de bloedende
Steeds woedende
Beklemmende
Ontembare begeerte
Die het hart verteert
Denk bij uw laatste adem
Aan wat ik u heb geleerd:
Ik waarschuw eenieder die mij overleeft
Uw god zweert u af
Wat richting geeft
Is nog wat u begeert …
Danszaal
Graaf von Krolock:
Wees toch welkom, broeders, in deze zaal
Eindelijk hier voor een feestelijk maal
Was onze maaltijd ooit mager, knokig, dun of besmet
Toen was er niets, er is nu een buffet
Was een jaar mager, wordt het volgend jaar vet
Wij die eeuwig leven, steeds door die zucht naar bloed verteerd
Krijgen wij daarvan ooit genoeg?
Vampieren:Nee, daarvan krijgen wij toch nooit genoeg
Krolock:
En eenieder die ons voed, raakt ook geobsedeerd
Krijgen wij daarvan ooit genoeg?
Vampieren:Nee, daarvan krijgen wij toch nooit genoeg
Vampieren:
Nimmer voldaan, de honger is altijd
En de leegte in ons groeit nog elke dag
De angst ooit droog te staan die raak je nooit meer kwijt
Krolock:
Blijf beleefd en voorkomend
Dus geen gast ziet mijn list
En ze volgen mij dromend naar hun bloedeigen kist
Als de duisternis weer valt!
Met een blik die zelfs de duisternis tart
Dit geschonken sterrenkind
Teder als de wind
Zeker als ze lacht
Betovert ze ons bal van de nacht
Ze is alleen van mij!
Maar geen zorgen, ook aan u is gedacht
Want de heren zijn verblind
Door mijn web, mijn labyrinth
Pak ze en verslind
Hun bloed, hun ziel
En is dat volbracht… de nacht
Vampieren:
God is dood of houdt zich ver hier vandaan
Heeft ons vervloekt tot een eeuwig bestaan
Waarin er alleen maar duister, enkel schaduw bestaat
Wij leven in leugens, vertrouwen verraad
Leven voor liefde maar zwelgen in haat …
Dit leven geeft haar de kracht
De eeuwigheid begint vannacht
De eeuwigheid begint vannacht
Krolock:
Jij verloor in al je mooiste dromen je hart
Nu verlies je ook je verstand
Krolock & Sarah:
Een duisternis zo zwart
Een zee van gevoel zonder land
Sarah:
Vroeg me altijd af, is liefde voor mij?
Krolock:
Tot je deel werd van mijn heelal
Krolock & Sarah:
Een duisternis zo zwart
Een eeuwigheid duurt onze val …
Finale: Dans der Vampieren
Abronsius:
Wij zijn ontkomen, want ik volgde mijn verstand
Zo werd de mensheid voor ellende behoed
Maar ik erken pas helemaal het belang als ik later de Nobelprijs ontvang
Ik dacht dat ik van de ondoden echt iets wist
Maar was pas zeker toen ik bewijzen verkreeg
Want zij kruipen bij nacht uit hun kist en zuigen levenden de aderen leeg
Gelukkig kan ons vernuft hen overwinnen
Wij vertrouwen op brein en wetenschap
Zwart als as is de nacht
Je doel, daar moet je naar toe
En de wetenschap wijst ons hoe, vooruitgang is onomkeerbaar
Het wereld wint opnieuw aan kracht…
Vampieren:
Neem wat je wil of je wordt zelf genomen
Wees een zwijn, loop over iedereen heen
Scheld en lieg, bedrijg en bedrieg
Want de wereld draait toch om jouw alleen!?
Toon ze de vuist anders word je geslagen
Duw opzij voor iemand voor je gaat staan
Om maar te doen zonder ooit iets te vragen
Moet je leren over lijken te gaan
Wij zijn eindelijk vrij van het maanlicht
Waarin niets of niemand ons nog weerhoud
Zwart als as is de nacht
We zijn op zoek na uw bloed
We zijn dood maar we leven zolang u ons voed
We zijn aantocht
Straks is de wereld van ons (is heel de wereld van ons)
Zo grijpen we de macht, pas op!
En niet een mindere kracht, pas op!
Willen in duister op jacht, pas op!
Zo dansen de vampieren vannacht
Zo dansen de vampieren vannacht
Zelfs de hemel is zwart, elke wet is uit den boze
De wereld is als wij, wij zijn de goddelozen
Want het bloed in je hart heeft een richting gekozen
De wereld wordt als wij, wij zijn de grandiozen
Zo dansen de vampieren vannacht
We willen in duister op jacht…
Zelfs de hemel is zwart, elke wet is uit den boze
De wereld is als wij, wij zijn de goddelozen
Want het bloed in je hart heeft een richting gekozen
De wereld wordt als wij, wij zijn de grandiozen
Alle engelen vallen en het kwaad overwint
We verstoppen ons niet meer
De dans der wilde harten begint
Zo dansen de vampieren vannacht
We willen in duister op jacht
Zo dansen de vampieren vannacht
We willen in duister op jacht …
Alle engelen vallen en het kwaad overwint
We verstoppen ons niet meer
De dans der wilde harten begint
Zo dansen de vampieren vannacht
We willen in duister op jacht
Zo dansen de vampieren vannacht
We willen in duister op jacht
Zo dansen de vampieren vannacht
We willen alles en—
Wij drinken bloed en hebben geen moraal
Van de grootste hel zijn wij het voorportaal
Wij drinken bloed, we hebben geen moraal
Deze nacht word alles wat nog leeft fataal
We drink your blood and then we eat your soul
Nothing’s gonna stop us, let the bad times roll
We drink your blood and then we eat your soul
Nothing’s gonna stop us, let the bad times roll
Zo dansen de vampieren vannacht …